Bron: FNV 14 juni 2023

Ervaringsdeskundigen en organisaties, waaronder de FNV, hebben een gezamenlijk manifest opgesteld waarin zij pleiten voor een ingrijpende herziening van de Participatiewet om deze menselijker te maken en bestaanszekerheid te garanderen. Minister Carola Schouten (Armoedebeleid en Participatie) is momenteel bezig met een herziening van de wet, maar volgens de coalitie schieten haar plannen tekort om de problemen aan te pakken.

Het manifest stelt dat de huidige bijstandsnorm onvoldoende bestaanszekerheid biedt en daarom aanzienlijk moet worden verhoogd. De Participatiewet werd in 2015 ingevoerd met een forse bezuiniging van 1,7 miljard, wat heeft geleid tot beleidsvrijheid tussen gemeenten en rechtsongelijkheid. Het manifest benadrukt dat bijstandsgerechtigden recht moeten hebben op een bepaalde basis van rechten, dienstverlening en scholingsmogelijkheden bij de gemeente, met minder discretionaire bepalingen in de wet.

Een belangrijke fout was het afsluiten van instroom in de Wajong voor mensen met arbeidsvermogen, waardoor mensen met een chronische ziekte of beperking nu in het strenge bijstandsregime zitten. Het manifest pleit voor een aparte wet die recht doet aan de situatie van mensen met een chronische ziekte en beperking en die geen partner- en vermogenstoets oplegt.

De Participatiewet heeft al jaren veel kritiek gekregen vanwege de te strenge regels en de lage bijstandsuitkering. Het heeft niet geleid tot meer duurzaam werk voor mensen met een arbeidsbeperking en is gebaseerd op wantrouwen en harde sancties die mensen niet vooruit helpen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft ook vastgesteld dat de huidige wet te veel nadruk legt op betaald werk.

Het manifest benadrukt dat de huidige Participatiewet onmenselijk is en dat mensen vanuit vertrouwen benaderd moeten worden. Er is behoefte aan ondersteuning in plaats van controle en strafmaatregelen. De inlichtingenplicht moet daarom minder streng worden en de wet moet worden aangepast zodat mensen meer eigen regie hebben over hun leven en werk, vrijwilligerswerk of mantelzorg kunnen kiezen zonder dwangmaatregelen.

Ervaringsdeskundigen moeten meer worden betrokken bij de herziening van de Participatiewet en bij beleidsvorming. Naast de verhoging van de bijstand pleit het manifest ervoor dat bijstandsgerechtigden, chronisch zieken en mensen met een beperking actief worden betrokken bij de herziening van de wet. Jongeren moeten recht krijgen op een volwassen bijstandsuitkering in plaats van de huidige jongerennorm.

Het manifest roept ook op tot het garanderen van bestaanszekerheid door het verhogen van het sociaal minimum en het koppelen hiervan aan het minimumloon. Het pleit voor ruimere bijverdiengrenzen voor mensen met een medische urenbeperking en het afschaffen van de vierwekenzoektermijn voor jongeren en de kostendelersnorm.

De Participatiewet moet veel ingrijpender worden herzien dan wat het kabinet nu voorstelt. De kostendelersnorm moet volledig worden afgeschaft en er moeten minder verschillen in de rechten tussen gemeenten zijn. De wet moet worden gebaseerd op vertrouwen en de te strenge inlichtingenplicht moet worden aangepast.

De coalitie benadrukt dat er ook een oplossing moet komen voor mensen met een chronische ziekte of beperking die momenteel vastzitten in de bijstand. De bijstand is bedoeld als tijdelijk vangnet, maar dit is niet realistisch voor mensen die afhankelijk zijn van de bijstand. Zij pleiten voor een wet die recht doet aan hun situatie zonder partner- en vermogenstoets.

Het manifest bepleit ook betere ondersteuning voor mensen met een beperking bij het vinden en behouden van regulier werk, waarbij recht wordt gegeven aan hun eigen re-integratie en ontwikkeling. Investeringen in infrastructuur voor sociaal ontwikkelbedrijven en beschutte werkplekken zijn nodig, evenals voortzetting en intensivering van de banenafspraak na 2026. Er moet ook beter onderzoek worden gedaan naar de situatie van mensen met een beperking, zowel met als zonder baan, om hen gerichter en effectiever te kunnen ondersteunen.

Zie tevens:

https://www.fnv.nl/nieuwsbericht/sectornieuws/uitkeringsgerechtigden/2023/06/participatiewet-moet-op-de-schop-en-menselijker

Intrekking en terugvordering van bijstand bij niet overleggen van stukken, zoals bankafschriften.

Het feit dat er door deze schending geen gegevens of bewijsstukken beschikbaar zijn voor een periode vóór de schending, betekent niet automatisch dat het recht op bijstand voor die periode niet kan worden vastgesteld. Het uitgangspunt blijft namelijk de situatie zoals door de betrokkene is weergegeven en waarop de bijstandsverlening is gebaseerd. Alleen wanneer er gegronde en concrete twijfel bestaat over de rechtmatigheid van de verleende bijstand voor die periode, kan het ontbreken van de betreffende gegevens of bewijsstukken leiden tot het niet kunnen vaststellen van het recht op bijstand, waardoor intrekking gerechtvaardigd is. Het recht op bijstand kan echter wel worden ingetrokken vanaf het moment van de schending van de medewerkingsverplichting. Deze schending treedt op wanneer er niet wordt voldaan aan een concreet verzoek om medewerking van de instantie die de bijstand verleent.

De medewerkingsverplichting verlangt van de belanghebbende dat deze op verzoek van het college de noodzakelijke (feitelijke) medewerking verleent die redelijkerwijs vereist is voor de uitvoering van de wet. Volgens artikel 53a, lid 1, van de Participatiewet heeft het college de bevoegdheid om te bepalen welke gegevens en bewijsstukken verstrekt of overlegd moeten worden. Tevens kan het college voorschrijven op welke wijze en binnen welke termijn dit dient te geschieden. In het kader van de medewerkingsverplichting kan het college onder andere vragen om financiële gegevens te verstrekken. Bij zowel de aanvraag als gedurende de bijstandsverlening mag van de betrokkene verwacht worden dat hij dergelijke (bewijs)stukken overlegt, zodat het college kan onderzoeken en beoordelen of het recht op bijstand rechtvaardiging vindt.

De schending van de medewerkingsverplichting vormt een grond voor weigering, beëindiging en intrekking van bijstand indien daardoor het recht op bijstand niet of niet langer kan worden vastgesteld. Het loutere feit dat er geen gegevens of bewijsstukken beschikbaar zijn die betrekking hebben op een periode voorafgaand aan de schending, betekent niet automatisch dat het recht op bijstand gedurende die periode niet kan worden vastgesteld. Het uitgangspunt blijft immers de situatie zoals door de betrokkene gepresenteerd en waarop de verlening van bijstand is gebaseerd. Slechts indien er gegrond en concreet twijfel bestaat over de rechtmatigheid van de verstrekte bijstand gedurende die periode, als gevolg van het ontbreken van de relevante gegevens of bewijsstukken, kan het recht op bijstand niet worden vastgesteld en rechtvaardigt intrekking ervan. Vanaf het moment van schending van de medewerkingsverplichting kan het recht op bijstand worden ingetrokken. Deze schending treedt op wanneer niet wordt voldaan aan een specifiek verzoek om medewerking van het college.

Bron: ECLI:NL:CRVB:2023:38

Bron: WODC.NL 3 juli 2023

Gedupeerde ouders in de kinderopvangtoeslagaffaire werden geconfronteerd met moeilijkheden bij het verkrijgen van gesubsidieerde rechtsbijstand. Er werd vaak verondersteld dat zij zelfstandig zonder advocaat konden handelen. Als gevolg hiervan hebben sociaal advocaten minder of helemaal geen gesubsidieerde juridische bijstand verleend in bezwaarzaken tegen de Belastingdienst, zoals gebleken uit onderzoek van het WODC. Zonder deze juridische ondersteuning stonden sommige gedupeerde ouders alleen tegenover de Belastingdienst of zagen zij af van juridische procedures. Het gebrek aan adequaat functionerende gesubsidieerde rechtsbijstand in kinderopvangtoeslagzaken is niet tijdig opgemerkt. De conclusie luidt dat het systeem van gesubsidieerde rechtsbijstand tijdens de kinderopvangtoeslagaffaire onvoldoende effectief is gebleken.

Zie verder:

https://www.wodc.nl/actueel/nieuws/2023/07/03/stelsel-voor-gesubsidieerde-rechtsbijstand-functioneerde-onvoldoende-in-kinderopvangtoeslagzaken

Bron: Vrij Nederland 28-6-2023

Armoede is een wereldwijd probleem. Binnen deze tragische situatie schuilt een patroon dat ook in Europa, inclusief Nederland, weerklinkt. Desmond legt vast hoe er steeds meer, in plaats van minder, geld wordt besteed aan armoedebestrijding, maar hoe slechts een klein deel daarvan daadwerkelijk terechtkomt bij degenen die het het hardst nodig hebben. Van elke dollar die wordt toegewezen aan armoedebestrijding, bereikt slechts 22 cent de arme gezinnen. Desmond stelt vast dat de welvaartsstaat lekt als een emmer, omdat het geld dat bedoeld is om armoede te verlichten, vaak eerder naar de industrie eromheen gaat dan naar de mensen die het werkelijk nodig hebben.

Het beloningssysteem voor ambtenaren is gebaseerd op het naleven van regels, in plaats van het actief oplossen van problemen. In Nederland moeten bepaalde mensen langs maar liefst vijftien verschillende loketten gaan voordat ze hulp kunnen krijgen bij schulden.

Zie verder: VN 28 juni 2023

https://www.vn.nl/armen-blijven-arm-matthew-desmond/

(Bron: Binnenlandsbestuur.nl)

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft geconcludeerd dat een grondige herziening van de participatiewet noodzakelijk is en alleen zal werken als er niet langer uitsluitend wordt gefocust op de uitstroom van bijstandsgerechtigden naar betaald werk. In het recent gepubliceerde onderzoek “Een brede blik op bijstand” constateert het SCP dat gemeenten onvoldoende hulp bieden aan bijstandsgerechtigden met complexe problemen als gevolg van de huidige wetgeving. De nadruk op re-integratie naar betaald werk is te groot, waardoor bepaalde groepen burgers die niet direct in staat zijn om terug te keren naar de reguliere arbeidsmarkt, onvoldoende of helemaal geen ondersteuning krijgen van gemeenten. Van de mensen die langer dan vijf jaar een bijstandsuitkering ontvangen, ontvangt 45 procent geen hulp meer. Volgens onderzoeker Patricia van Echtelt van het SCP moet de nieuwe wetgeving meer in lijn zijn met de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).

Het kabinet werkt aan een hervorming van de participatiewet

Op 14 juni staat er een commissiedebat gepland in de Tweede Kamer over de plannen van het kabinet om de wet te wijzigen. Hoewel het kabinet herhaaldelijk heeft benadrukt dat er aan deze hervormingen wordt gewerkt, laten de aangekondigde veranderingen op zich wachten. Er wordt beloofd dat de wet zal worden verzacht, met ideeën zoals het schrappen van de kostendelersnorm tot een leeftijd van 27 jaar, het beperkt toestaan van inkomsten met behoud van uitkering en het toestaan van giften. Deze maatregelen zouden de wet menselijker maken en bijstandsgerechtigden meer vrijheden geven om zichzelf te ontwikkelen. Er wordt ook gesproken over een fundamentele herziening, het zogenaamde “spoor 2”, maar concrete informatie hierover ontbreekt nog. Dit werd vorig jaar al opgemerkt door enkele Kamerleden tijdens een commissiedebat met minister Schouten.

Stapeling van problemen

Volgens Van Echtelt is het feit dat er wordt gewerkt aan een fundamentele herziening zeker een positieve ontwikkeling. De problemen met de participatiewet kunnen namelijk niet worden opgelost met snelle oplossingen. Dit blijkt opnieuw uit de resultaten van dit onderzoek. De cijfers tonen aan dat veel bijstandsgerechtigden te maken hebben met een opeenstapeling van problemen. Ongeveer de helft van hen ervaart problemen bij dagelijkse handelingen, zoals traplopen of huishoudelijke activiteiten. Daarnaast heeft 40 procent problemen in de gezinssituatie en worstelt een derde met financiën. Meer dan de helft van de bijstandsgerechtigden kampt met een opeenstapeling van problemen, terwijl dit slechts geldt voor 12 procent van de mensen zonder bijstand.

Wet sluit niet aan bij problematiek

Het is juist deze stapeling van problemen die ervoor zorgt dat de participatiewet onvoldoende aansluit op de behoeften van bijstandsgerechtigden. “Op dit moment is de participatiewet gericht op het zo snel mogelijk begeleiden van mensen uit de bijstand naar betaald werk. Dat is zeer belangrijk en veel mensen willen ook graag werken. Wat we echter in dit rapport concluderen, is dat deze wens voor een deel van de bijstandsgerechtigden door verschillende omstandigheden niet haalbaar is. Vanwege hun problematiek die niet alleen te maken heeft met de arbeidsmarkt, is een integrale aanpak waarbij ook andere domeinen worden betrokken van belang.” De onderzoeker schat dat ongeveer een derde van de bijstandsgerechtigden op korte termijn een reguliere baan zou kunnen krijgen, maar dit is een ruwe schatting. Vorig jaar concludeerde het gemeentebestuur van Den Haag dat het voor 40 procent van hun bijstandsgerechtigden eenvoudigweg onmogelijk is om ooit nog betaald werk te verrichten.


Bron en zie verder: Binnenlandsbestuur 9 juni 2023

Participatiewet

De Participatiewet is een Nederlandse wet die sinds 1 januari 2015 van kracht is. Het is bedoeld om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen bij het vinden en behouden van werk. Hier volgt een uitleg over hoe de Participatiewet werkt:

  1. Doelgroep: De Participatiewet is van toepassing op verschillende groepen mensen, waaronder mensen met een arbeidsbeperking, bijstandsgerechtigden, jongeren zonder startkwalificatie en mensen die vallen onder de Wet sociale werkvoorziening (WSW).
  2. Werk en inkomen: De Participatiewet heeft als uitgangspunt dat iedereen die kan werken, zoveel mogelijk in zijn eigen levensonderhoud voorziet. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet en bieden ondersteuning bij het vinden van werk. Als iemand niet voldoende inkomen heeft, kan een aanvullende bijstandsuitkering worden verstrekt.
  3. Werkplekken: Gemeenten stimuleren werkgevers om werkplekken beschikbaar te stellen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit kunnen reguliere banen zijn, maar ook beschutte werkplekken of banen binnen de sociale werkvoorziening.
  4. Rechten en plichten: Mensen die onder de Participatiewet vallen, hebben rechten en plichten. Ze hebben recht op ondersteuning bij het vinden van werk, begeleiding op de werkvloer en eventueel loonkostensubsidie voor werkgevers. Daarnaast zijn er plichten, zoals de verplichting om actief op zoek te gaan naar werk en mee te werken aan re-integratietrajecten.
  5. De tegenprestatie: Gemeenten kunnen van bijstandsgerechtigden een tegenprestatie vragen in ruil voor hun uitkering. Dit kan bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of onbetaald werk zijn dat bijdraagt aan de maatschappij.
  6. Maatwerk en ondersteuning: Gemeenten hebben de taak om maatwerk te leveren en individuele ondersteuning te bieden. Dit betekent dat ze rekening houden met de persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden van de betrokkene.

Het doel van de Participatiewet is om zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te laten participeren in de samenleving en zelfstandig in hun levensonderhoud te voorzien. De wet heeft tot doel om mensen te stimuleren om naar vermogen deel te nemen aan het arbeidsproces en waar mogelijk regulier werk te verrichten.

Heeft u echter problemen met uw bijstandsuitkering (Participatiewetuitkering) of bij het verkrijgen van een bijstandsuitkering? De Jonge Advocaten kan u helpen.